Een fragment uit het dagboek van Aron Spijer
Een fragment uit het dagboek van Aron Spijer Het leven in Wijk bij Duurstede

Dagboek van 19-jarige Aron Spijer in oorlogstijd

9 mei 2019 om 10:39 lokaal

WIJK BIJ DUURSTEDE De 19-jarige Joodse jongen Aron Spijer verbleef met zijn ouders en tante vanaf de jaarwisseling '42/'43 tot het eind van de oorlog bij mevrouw Van Weel-Van Dooren aan de Dijkstraat 3, waar nu advocatenkantoor Leijendekker is gehuisvest. Guus Swillens vertelde tijdens de herdenkingsbijeenkomst op 4 mei in de Grote Kerk over het dagboek dat Aron in die periode bijhield.

Ali van Vemde

Jaco Rus, voorzitter Comité Herdenking 4 mei, werd bij een bezoek aan de Koninklijke Bibliotheek op het dagboek geattendeerd. De afgelopen twee maanden gingen Jaco Rus en Guus Swillens, onder deskundige begeleiding van Ton Gelok, op pad. Het dagboek beschrijft de dagelijkse belevenissen van 1 januari 1944 tot het eind van de oorlog. Het dagboek bestaat uit twee delen en is volgeplakt met krantenknipsels en voorzien van tekeningen in de zijlijn. Eten, lectuur, studie en bezoek, het wordt allemaal beschreven. Ook over de ongemakken wordt niet gezwegen. Aron noteert nauwkeurig de zenders die per dag worden beluisterd, waaronder nieuws van radio Oranje, België, BBC zenders en Duitse zenders.

DOLLE DINSDAG Uit het dagboek 4 t/m 8 september: "Om 11.05 namiddag haalt de heer B. mevrouw op voor terroristische activiteiten. In Kooten worden twee bruggen voor de vijand onbruikbaar gemaakt. 6 september: NSB burgemeester en NSB-er Lington opgepakt. Pondje over de Lek verdwenen. Hier in Wijk moffen gearriveerd. 8 september: erg rumoerig in Wijk. Twee lui doodgeschoten." Uit de toelichting van Ton Gelok blijkt dat op 4 september 1944 het ondergronds verzet het bericht kreeg dat NSB burgemeester Johan van der Beke Callenfels en winkelier Johannes Lington erachter waren gekomen welke personen de kern vormden van het illegale verzet in Wijk bij Duurstede én dit zouden doorgeven aan de Duitsers. Beiden werden door het verzet opgepakt. Enkele dagen later kwamen ze vrij en hebben Nederlandse SS-ers in Wijk fors huisgehouden. Na de oorlog gaat de familie Spijer terug naar Den Haag en pakt Aron samen met zijn vader de groothandel in speelgoed op.

JOODSE ONDERDUIKERS Swillens en Rus kwamen via Maria Vos-Bekemolen, die de stamboom van de familie Van Weel beheert, in contact met kleinzoon Dick Noordman. Hij omschreef zijn oma als een daadkrachtige vrouw met een sterk rechtvaardigheidsgevoel: de Moeder van het huishouden. Moeder van haar eigen kinderen, de andere familieleden, vier joodse onderduikers met later drie joodse onderduikers erbij en een dochter in het verzet. Johanna schreef daar zelf over in het dagboek: "Nooit zal ik spijt hebben, wat er ook moge gebeuren, deze mensen geherbergd te hebben. We hebben allen moeilijke ogenblikken gehad en er zullen zich nog strubbelingen voordoen, dat zal me niet deren." Swillens: "We lazen het dagboek van Aron Spijer en vonden een nobele vrouw. Daarom noemen we haar naam, Johanna Leonarda van Weel-van Dooren, met eer op 4 mei."

advertentie
advertentie