College Wijk wil rekening sturen aan het Rijk en vraagt gemeenteraad om medewerking

WIJK BIJ DUURSTEDE De Wijkse Begroting voor 2021 heet veelzeggend ‘Sturen in de storm’. De gemeente weet namelijk niet precies waar het aan toe is, terwijl de tijden turbulent zijn. Krijgt Wijk bij Duurstede 32 of 33 miljoen van het Rijk? Het college is deze langdurende onzekerheid zat, en wil zelfs een rekening sturen naar de Rijksoverheid voor alle taken die ze uitvoert zonder dat daar een financiële vergoeding tegenover staat. Morgenavond (dinsdag 10 november) vanaf 18:30 uur is de begrotingsvergadering via een livestream te volgen.

door Kuun Jenniskens

Over de budgetten voor volgend jaar (2021) stelt het raadsvoorstel: ,,In deze begroting zitten onzekerheden, meer dan gebruikelijk is in een begroting. De voorliggende begroting gaat daarom meer over wat we niet gaan doen, dan wel.”

De begroting heeft voor 2021 een negatief saldo van 205.000 euro. Dit tekort kan veel ernstiger uitpakken, want er zitten twee grote stelposten in de begroting die nader uitgewerkt moeten zijn in de Voorjaarsnota 2021. Zo is er een stelpost ‘Inhoud’, daarin zitten zaken die nog een besparing kunnen gaan opleveren, maar die nog moeten worden uitgewerkt. De andere stelpost heet ‘Rijk komt over de brug’. Deze gaat over taken die de gemeente uitvoert op verzoek van het Rijk, maar waarvoor de gemeente geen geld ontvangt. Het college is van mening dat de gemeente als medeoverheid voor loyaal en efficiënt uitgevoerde taken betaald moet worden. 

Nood breekt wet

Blijkt in het voorjaar van 2021 dat het Rijk niet over de brug is gekomen, dan moet de gemeenteraad pijnlijke keuzes maken. Het college hoopt daarom op steun van de gemeenteraad bij het zetten van de volgende, bijzondere stap: ,,In het licht van bovenstaande sturen wij, graag samen met uw raad, het Rijk een rekening voor uitgevoerde en uit te voeren werkzaamheden waar geen vergoeding tegenover heeft gestaan en staat. Een dergelijke verhouding tussen centrale en decentrale overheid is overigens niet wat wij voor ogen hebben. Nood breekt echter wet.”