Ouderen wonen langer thuis
Ouderen wonen langer thuis ANP

Langer thuis wonen: een houdbare situatie?

6 augustus 2021 om 11:30 Overig

WIJK BIJ DUURSTEDE Ouderen zijn tegenwoordig steeds meer op zichzelf aangewezen. Veel verzorgingshuizen zijn gesloten om de kosten van de vergrijzing in toom te houden. Alleen ouderen die echt niet meer voor zichzelf kunnen zorgen, krijgen nog een plek in een zorginstelling. De rest moet zo lang mogelijk thuis wonen. Het liefst met hulp van familie en vrienden. Dit brengt de nodige uitdagingen met zich mee.

“Met de decentralisatie van de zorg is de institutionele zorg na 2015 verminderd. De verzorgingshuizen zijn afgebouwd en alleen voor zware gevallen is er nog plek in een verpleeghuis. Waar ook wachttijden voor staan. Ouderen moeten het nu langer thuis uit zien te houden”, zegt hoogleraar ouderengeneeskunde Jos Schols. 

Volgens Schols is deze verandering op zichzelf niet verkeerd, maar is deze te snel doorgedrukt. “Ouderen willen vaak ook het liefst thuis blijven wonen. Maar het beleid is te acuut ingegaan. Ineens kregen gemeenten vanuit de Wmo meer verantwoordelijkheid voor de zorg. Dat heeft een moeizaam verloop. Verder had de wijkverpleging en thuiszorg, met al grote tekorten, beter voorbereid moeten worden op de ondersteuning.” 

SOCIAAL NETWERKHet beleid is te acuut ingegaan Ook het sociale netwerk van mensen is een grotere rol gaan spelen sinds de decentralisatie werd ingevoerd en het aantal verzorgingshuizen afnam. “Maar niet alle ouderen willen een beroep doen op hulp van familie of vrienden. Of ze hebben deze relaties niet.” De vereenzaming is volgens Schols tevens een groot probleem. “Een verzorgingshuis had ook een belangrijke sociale taak. Ouderen konden elkaar hier ontmoeten. Doordat deze grotendeels verdwenen zijn, kunnen sommige ouderen in een isolement raken.”

De daling van het aantal ouderen dat in een institutionele instelling woont, zoals een verzorgingshuis, is terug te zien in de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Waar in Nederland in 2010 nog 4,9 procent van de 65-plussers in een institutioneel huishouden verbleef, is dat in 2020 gedaald naar gemiddeld 3,9 procent. In de gemeente Wijk bij Duurstede is daarentegen een lichte stijging te zien. In 2015 verbleven 2,2 procent 65-plussers in een institutioneel huishouden, in 2020 was dit 2,4 procent. Hiermee ligt Wijk bij Duurstede onder het landelijk gemiddelde.

ZWARE MANTELZORGAls mantelzorger verleg je je grenzen steeds Omdat ouderen langer thuis wonen, wordt er een groter beroep gedaan op familie of vrienden die mantelzorg verlenen. Daar valt nog wel winst op te behalen vertelt Schols. “Mantelzorgers worden in hun taak niet altijd genoeg ondersteund en lopen tegen veel bureaucratie aan.”

Hetty van der Honing (73) kan daarover meepraten. Haar man (75) kreeg zeventien jaar geleden Parkinson. Sindsdien verleent zij mantelzorg aan haar echtgenoot. “Ik probeer mijn man zo lang mogelijk thuis te laten wonen. Maar het wordt steeds zwaarder. Als mantelzorger verleg je je grenzen ook steeds.”

Hetty raakt soms verstrikt in alle regelingen. “Er komt veel administratie bij kijken en daardoor heb ik het overzicht niet altijd even goed”. Het is ook niet gemakkelijk om passende zorg te vinden. “Laatst wilde ik op vakantie om even op adem te komen. Het was een behoorlijke klus om een plek te vinden waar mijn man tijdelijk kon verblijven.” 

Schols zou uiteindelijk graag meer betaalbare verzorgingshuizen zien in een nieuwe stijl. “De vergrijzing zet door en er moeten meer bedden komen. Alternatieve woonvormen komen wel op, met een gezellige woonomgeving en de zorg die nodig is. Alleen voor mensen met een normale beurs is het aanbod nog niet overal voldoende.”

BELANGRIJKSTE VERANDERINGEN IN DE ZORG SINDS 2015
Sinds 2015 is de zorg grotendeels gedecentraliseerd. Kabinet Rutte II heeft ervoor gezorgd dat sindsdien de ondersteuning en langdurige zorg anders verloopt. De belangrijkste veranderingen die zijn doorgevoerd:
Ouderen moeten langer zelfstandig thuis wonen. Alleen als iemand echt behoefte heeft aan permanente zorg en toezicht (24 uur), dan bestaat nog het recht op een plek in een zorginstelling. Het gaat hierbij om zware zorg voor ouderen en gehandicapten.
Via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die in 2015 is ingegaan, is er meer verantwoordelijkheid voor zorg naar de gemeenten gegaan. De Wmo richt zich daarbij op participatie in de samenleving. Met de komst van de wet heeft de sociale omgeving een grotere hulpverleningstaak gekregen. Eerst wordt gekeken of er beroep kan worden gedaan op hulp van familie of vrienden, daarna wordt gekeken of er professionele ondersteuning nodig is.
De Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is vervangen door de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze wet regelt de zware en langdurige zorg.
De Zorgverzekeringswet (Zvw) regelt de medische zorg. Wijkverpleegkundigen zijn thuis meer verzorging gaan bieden.

Afbeelding
advertentie
advertentie